Een mens is nooit te oud om te leren, wordt vaak gezegd. Feitelijk kunt u ook niet anders. Elke dag leren we nieuwe dingen, maar sommige dingen blijven hangen; andere niet. We lijken daar niet altijd invloed op te hebben. Soms onthouden we de meest onnozele dingen. Op andere momenten lukt het niet om de meest cruciale informatie op te slaan in ons geheugen of die daaruit op te diepen. Toch kunt u daar wel wat aan veranderen. U kunt leren hoe u zinvolle informatie beter kunt onthouden en zorgen dat de opgeslagen data ook op het juiste moment weer naar boven komt. Eerder leerde ik u al een les over het geheugen die u nooit meer zult vergeten (weet u die nog?). Vandaag ga ik in op het verschil tussen het leren van informatie op school en het leren in de praktijk. Wat kan dat onderscheid ons vertellen over hoe we het meest effectief iets nieuws kunnen leren?
Als u eind juni naar buiten loopt, ziet u tussen alle oranjeversiering af en toe een vlag met een tas eraan. Daar woont een tiener die geslaagd is voor zijn of haar examen van de middelbare school. Dat is een geweldige prestatie. U denkt er misschien aan terug hoeveel moeite het uzelf soms kostte om alle benodigde informatie tot u te nemen om dat tijdens een examen weer op te hoesten. U vraagt zich wellicht ook af hoe u het er nu af zou brengen als u plotseling getoetst zou worden op die kennis. Zou u dan nog steeds glorieus slagen? Waarschijnlijk niet. Veel van de kennis die u opdeed op school lijkt met de jaren te zijn vervaagd. Dit betekent overigens niet dat u weinig meer weet over die tijd. Als iemand u bijvoorbeeld een klassenfoto laat zien kunt u probleemloos nog de namen van uw klasgenoten benoemen. En als u vandaag een liedje op de radio hoort dat destijds een hit was, kunt u de tekst nog zonder moeite meezingen. Zonde van mijn geheugencapaciteit, noemde mijn vader dat vroeger, als ik iets meezong dat ik hoorde op de radio. Je kunt je aandacht beter op je schoolwerk richten, zei hij dan. Die onnodige data neemt alleen maar ruimte in, vond hij Maar werkt dat wel zo?
Permastore
Er bestaat verschil in wat, waarom, hoe en hoelang we bepaalde informatie onthouden. Daarbij is het niet alleen belangrijk te kijken hoe we de informatie tot ons nemen (verwerven en opslaan) maar ook hoe we die informatie weer actief kunnen oproepen. Dit laatste is zeer essentieel. Er zijn mensen die beweren dat werkelijk alles wat we zien, horen en/of ervaren, waaronder ook schoolkennis wordt opgeslagen in een omvangrijk langetermijngeheugen, een zogenaamde permastore memory. Maar ja, als die informatie er nooit meer uit komt omdat het nooit opgevraagd wordt of omdat we er simpelweg niet meer op kunnen komen, wat is dan de waarde van die informatie? Dat is net als eindeloos sparen zonder dat je ooit iets gaat uitgeven. Je hebt dan veel geld, maar rijk ben je niet. Ter vergelijk: de kennis van school hielp u te slagen voor uw examen; maar slaagt u ook in het leven?
Van input naar output
De kennis die u opdoet is waardevol als die er - al dan niet bewerkt - ook weer uitkomt. We meten iemands intelligentie niet op wat er in iemands hoofd afspeelt, maar op wat daarvan naar buiten treedt als we hem of haar daarop bevragen. Het onderwijs is daarop gericht. Leerlingen worden getoetst op hun kennis over een specifiek onderwerp in een kort tijdsbestek. En met die wetenschap gaan we aan de slag met de stof. Wellicht kunt u zich nog herinneren dat u soms tot de avond voor een tentamen bezig was met het stampen van rijtjes en formules. U worstelde door dikke boeken met door uzelf gehighlighte tekst en scande op het laatste moment nog uw samenvattingen. De volgende dag - na het tentamen - gooide u al uw aantekeningen op het oud papier en plaatste u uw boeken op marktplaats. U wist al dat er nooit meer gevraagd zou worden naar wat u geleerd had.
Speciale betekenis
Bleef er dan niets hangen van de kennis die u op school verwierf? Toch wel. De informatie die op een of andere manier betekenis voor u had, nam u mee. Die betekenis kon te maken hebben met uw interesse in het onderwerp of het gevoel dat de informatie later wel eens nuttig zou kunnen zijn. Uw onthouden was dus doelgericht om de informatie op korte of lange termijn te kunnen gebruiken. De informatie die betekenisvol voor u was, verwerkte u op een dieper niveau. U ging er in uw hoofd op een andere manier mee om. U deed meer dan het erin stampen van de informatie. U deed meer dan onderstrepen en rijtjes of formules onthouden. U dacht er (bewust of onbewust) over na en u wilde de essentie van de kennis begrijpen, ervaren, toepassen of (al of niet aangepast) uitdragen. Verder legde u verbanden tussen de nieuwe, voor u betekenisvolle, informatie en de kennis die u al had.
Als u over de voor u betekenisvolle informatie een vraag kreeg op uw tentamen, beschouwde u dat als een makkie. Dit betekende echter niet dat u de volgende dag al weer afscheid wilde nemen van het geleerde. Het onderwerp bleef u boeien. Als u er later iets over las in de krant of een tijdschrift, trok het uw aandacht en daarmee consolideerde u uw kennis. Wat u in feite deed was het aanmaken van nieuwe verbindingen in verschillende delen van uw hersenen. Behalve de hippocampus, het deel van uw hersenen dat vooral betrokken is bij de verwerving, de lange termijn opslag en het terughalen van kennis en levenservaring, werden ook andere delen van uw cerebrale cortex betrokken bij de geheugenvorming. Uw kennis werd nu geïntegreerd in uw gehele systeem.
Leren in de praktijk
Waar hebt u het meest geleerd over het werk dat u nu doet? Veel managers zullen bij de beantwoording van deze vraag vooral verwijzen naar hun praktijkervaring. Op school doe je een bepaalde basiskennis op, maar in de praktijk leer je het echte werk, is hun idee. Vaak is dat waar. Dagelijks leert u weer nieuwe dingen binnen uiteenlopende situaties waarmee u dan geconfronteerd wordt. Door trial en error leert u hoe u een volgende keer iets misschien anders moet aanpakken. Deze kennis wordt nauwelijks in boeken beschreven. Ook trainingen zijn wat dat betreft beperkt. En als u bruikbare technieken uit boeken of trainingen leert, helpt die kennis u hoogstens op weg. U moet het uiteindelijk zelf ook ervaren om het u eigen te maken. Neem spreken in het openbaar. Alleen theorie daarover geeft u nooit de ervaring die u krijgt als u voor een groep staat. Uit de kwaliteit van iemands toespraak blijkt vooral ervaring, niet diens kennis over presentatietechnieken.
Verschillend leren
Waarom is het leren op school en het leren in de praktijk zo anders? En wat kan dat ons vertellen over hoe we het best iets nieuws kunnen leren? Allereerst gaat het hier (weer) over de essentie en zinnigheid van de informatie. De kennis die u op uw werk opdoet is doelgericht. U kunt het meteen gebruiken en/of op een later moment toepassen. Overigens komt er in uw werkpraktijk (net als op school) ook informatie voorbij die u nooit meer nodig heeft, maar daar zal niemand u op toetsen. U kunt uw volledige aandacht dus blijven richten op wat belangrijk is.
Een ander verschil tussen het schoolse en praktijkgerichte leren is het soort informatie dat verwerkt wordt. Ook dat heeft effect op uw hersenfunctionaliteit. In opleidingen leert u veel (losse) feitenkennis wat beroep doet op uw zogenaamd semantisch geheugen (het geheugen voor wereldkennis). In de praktijk is wat u moet onthouden vaak gekoppeld aan een gebeurtenis. Dit doet beroep op een ander geheugen, het zogenaamd episodisch geheugen (het geheugen voor gebeurtenissen). Tenslotte leert u in de praktijk ook vaardigheden, waarvoor u weer een ander deel van uw geheugen gebruikt, het zogenaamde procedurele geheugen. Bijvoorbeeld als u gaat fietsen doet u beroep op dit geheugen. U heeft dat ooit geleerd en hoeft er nu niet meer bij na te denken. Uit cognitief- en neuropsychologisch onderzoek blijkt dat deze verschillende soorten geheugen verschillende delen van de hersenen activeren. U gebruikt uw hersenen dus anders in de praktijk.
Integratie en verbinding
De feitenkennis die u op school leert, staat vaak los van de praktische context. Bij veel theorie kunt u zich alleen maar een voorstelling maken van hoe dat er in de praktijk uitziet of aanvoelt. In de praktijksituatie zijn de semantische, episodische en procedurele informatie gekoppeld. U leert nieuwe kennis met bijhorende vaardigheden binnen een bepaalde context. Dat betekent niet alleen dat u verschillende hersendelen activeert bij het verwerken van informatie, maar ook dat er sterkere verbindingen aangemaakt worden tussen uw verschillende hersendelen. Zo ontstaat er een integratie en verbinding tussen de verschillende kennis en vaardigheden die u op een moment opdoet.
Onderzoek naar leren
Wetenschap over geheugensystemen vormt de basis voor onderzoek over leren. Wetenschappers van de Association for Psychological Science verzamelden onderzoek naar studietechnieken en kwamen tot een aantal opmerkelijke conclusies. De meest gebruikte leermethodes blijken ironisch genoeg de minst effectieve zijn. Het onderstrepen van en herlezen van belangrijke passages in een tekst helpt ons bijvoorbeeld nauwelijks bij het opslaan van de informatie, maar kan juist afleiden, wat tot een minder goede herinnering van de gelezen tekst leidt. Het maakt dat de lezer zich te veel focust op die ene passage die hij onderstreept, waardoor hij minder aandacht besteedt aan het leggen van verbanden tussen die passage en de rest van de tekst.
Drie inzichten om effectiever te leren
Het leren zoals we dat in de praktijk doen, vertelt ons impliciet hoe we ook op een andere manier kunnen leren. Hier volgen drie tips die u kunt gebruiken als u nieuwe informatie beter wilt onthouden.
1. Maak de stof betekenisvol
Stof die oninteressant is, blijft moeilijk hangen. Zorg daarom voor koppelingen met andere informatie waardoor de stof meer betekenis voor u krijgt. Maak een heldere beeldvorming van hoe u het geleerde in de praktijk zou kunnen brengen. Doe onderzoek naar wat u moet leren. Vraag u niet alleen af wat de informatie die u leert precies inhoudt en betekent, maar ook waarom dat zo is. Ga op zoek naar verdieping. Kijk of er over dit bepaalde onderwerp wellicht meer is te vinden op internet. Praat er met anderen over en/of draag het op een andere manier uit waardoor het ook werkelijk zin heeft om dit te leren. Stel het ook ter discussie, bijvoorbeeld op een forum op internet. Neem de informatie die u leest dus niet meteen voor waar aan. Of om de woorden van René Descartes te gebruiken: ‘maak er de gewoonte van om alles te betwijfelen’. Denk er dus grondig over na vanuit een wetenschappelijke benadering. Ook dit helpt u om de stof diepgaand te verwerken.
2. Leer de informatie in de juiste context
De context waarin iets geleerd wordt, heeft een belangrijk effect op het reproduceren van de geleerde kennis. Zo lieten Godden en Baddeley een groep duikers een lijst woorden leren aan land of 6 meter onder water. Daarna werden ze in dezelfde of omgekeerde context getest op hun kennis. Het bleek dat de proefpersonen 50% meer woorden wisten als de plaats waarop ze getoetst werden dezelfde was als waar ze de woorden geleerd hadden.
3. Neem voldoende pauzes tijdens het leren
In tegenstelling tot de schoolsituatie leren we in de werkpraktijk meestal niet op een avond alles wat we de volgende dag moeten weten. Als u bijvoorbeeld een lang stuk tekst moet lezen waarover u een presentatie moet houden, leest u dat vaak in delen tussen andere werkzaamheden door. Dit blijkt ook voor leren in het algemeen een goede techniek. U leert bepaalde informatie beter als u ervoor zorgt dat u stukken tekst leest met ruime intervallen daartussen. De onderzoekers van de Association for Psychological Science noemen vooral het nemen van pauzes tijdens het lezen van tekst als dé manier om informatie te laten beklijven. Alles op het allerlaatste moment in één lange marathonsessie in uw hoofd stampen lijkt op het eerste gezicht goed te werken. U kunt er immers een tentamen mee halen. Maar u zult het geleerde daarna even snel weer vergeten. Hoe langer u informatie wilt onthouden, hoe langer de pauzes moeten zijn. Vergeet ook uw nachtrust niet. Slapen na leren verstevigt de verbindingen in uw hersenen en versterkt uw geheugen aanzienlijk. De extra tijd die u wint door ’s nachts voor een tentamen door te blijven leren weegt daar niet tegenop.
Lichaamstaal bij baby's
Kan een baby praten? Ontdek dit en nog veel meer in het succesvolle boek Lichaamstaal bij baby's van Frank van Marwijk. In dit boek staat de communicatie tussen ouder en baby centraal. Het boek biedt boeiende informatie aan ouders met baby's en aan iedereen die beroepsmatig met baby's te maken heeft. Ook leuk als kraamcadeautje.
Doe niet zo moeilijk De kunst van het relativeren Een nieuwe uitdaging? Zet dan je schouders eronder! Valt het uiteindelijk tegen? Haal dan je schouders op! #lichaamstaal #relativeren.
Manipuleren kun je leren
Meer dan 30.000 exemplaren! Frank van Marwijk schrijft over
subtiele lichaamstaal en beïnvloeding via onbewuste kanalen in zijn boek
Manipuleren kun je leren