Home
Groeten
Luisteren
Contact maken
Baby's
Stress
Waarheid
Eerlijkheid
Waardering
Manipuleren
NLP
Liefde
Dating
Flirten
Sollicitatie
Verkoop
Toespraak
Presentatie
Vergaderen
Pengebruik
Roken
Aanspraak
Assertiviteit
Ruzie
Agressie
Macht
Man/vrouw
Samen in bed
Kinderen
Op school
Onderwijs
Op kantoor
Sport
Spiegelen
Gedachtenlezen?
Dieren
|
|
Lees alles over lichaamstaal in het boek van lichaamstaalexpert
Frank van Marwijk
|
Bestel het boek LICHAAMSTAAL bij bol.com of Managementboek.nl
Spreken in het openbaar
Overtuigende presentatie
Als je iets verkoopt, moet je eerst jezelf verkopen en ook tijdens een presentatie
presenteer je eerst jezelf.
Het geven van een voordracht aan een grote groep is een activiteit die door mensen die dat
niet elke dag doen, soms als een lastige klus wordt ervaren. Dagen is men zich aan het inlezen
op de teksten, om op de dag supreme een goed verhaal te kunnen houden. Helaas wordt vaak
verondersteld dat de inhoud van het betoog het belangrijkste is en dat hetgeen wat
uitgedragen moet worden, het enige is waar het bij de voorbereiding om gaat. We vergeten
vaak dat het even zo belangrijk is om ook een goede presentatie neer te zetten. Het
gaat dus niet alleen om de woorden, maar ook om de manier waarop je het brengt.
Waar gaat het over?
Het is een gegeven feit dat wanneer iemand een toespraak houdt, en de presentatie niet goed
is, er bij de toehoorders weinig blijft hangen van waar het nu eigenlijk over gaat. Als de
presentatie op een eentonige manier wordt gegeven, zakt de concentratie van de toehoorders
erg naar beneden. Ook verkrampte houdingen en onrustige bewegingen van een spreker,
kunnen de concentratie van de luisteraar afleiden. Kennis van lichaamstaal
helpt bij het neerzetten van een goede presentatie.
Let op de non-verbale aspecten
Bij een goede voorbereiding van een toespraak is het belangrijk ook te letten op de
non-verbale aspecten. Een goed gebruik van lichaamstaal tijdens de voordracht zal ook de
belangstelling voor het onderwerp doen vergroten. Zeker bij een voordracht waarbij het doel
is het publiek ergens van te overtuigen, is de manier van presenteren zeer bepalend voor de
manier waarop de inhoud over komt. Door gebaren, lichaamsexpressie,
gelaatsuitdrukking en toonhoogte geeft, ondersteunt of bekritiseert een spreker voortdurend
hetgeen hij zegt. Bewust toegepaste pauzes behoren ook tot het non-verbale deel van het
verhaal.
Contact en interactie
Tijdens een presentatie is het allereerst belangrijk om contact te maken met je publiek en
met hen te interacteren. Dat betekent dat je niet alleen iets voordraagt, maar dat je
werkelijk met je publiek communiceert. Je wisselt dus iets uit in plaats van dat je hen
passief laat luisteren. Deze interactie kun je sturen door de keuze van plaats, het aannemen
van een passende houding, een juiste afstemming van je bewegingen, een variërend
stemvolume en een goede timing van aankijken en wegkijken. Expressieve mimiek en
ondersteunende gebaren bevorderen het contact met de groep en verhogen de levendigheid
van het verhaal.
De grootte van de groep
Als je je toespraak voorbereidt is het belangrijk dat je weet wanneer en waar deze zal
plaatsvinden en wat de grootte van de groep zal zijn. Met deze kennis kun je de opstelling van
de groep en je eigen plaats bepalen. De grootte van de groep is ook belangrijk voor de keuze
van de (visuele) hulpmiddelen die je gebruikt tijdens je toespraak.
Het gebruik van de ruimte
Bij een voordracht voor een kleine groep, is het prettig om de stoelen in een halve kring neer
te zetten. Zelf neem je plaats in het midden van het open deel van deze kring. Hierdoor heb je
een centrale plaats van waaruit je eenieder makkelijk kunt aankijken. De halve kring-opstelling
zorgt er voor dat de deelnemers, bijvoorbeeld wanneer een van hen een vraag stelt,
zich ook makkelijk op elkaar kunnen richten. Dit nodigt uit tot actieve deelname.
Bij een groter publiek is deze hoefijzervormige opstelling meestal niet erg praktisch.
Noodgedwongen zullen mensen hier vaak achter elkaar zitten. Belangrijk is hier dat je zelf
kiest voor een plaats waar iedereen je goed kan zien. Bij een groep tot zo'n 100 personen is
het voldoende om zelf te staan tijdens de voordracht, terwijl de anderen zitten. Bij een grotere
groep kun je beter vanuit een hogere positie spreken. Overigens is staan voor een grote groep
altijd te prefereren boven zitten. Als je staat ben je goed te zien en het geeft je goede
mogelijkheid tot bewegen en veranderen van positie. Dit houdt het betoog levendig. Een
zittende spreker heeft sneller een slapend gehoor, want hij doet afstand van vrijwel alle
mogelijkheden van inspirerende dynamiek.
Vermijd barricades!
Zorg bij de keuze van de plaats van waaruit je spreekt dat er zo min mogelijk barricades zijn
tussen jou en je publiek. Het toespreken van mensen vanachter een tafel of spreekgestoelte is
iets heel anders dan vanuit een open ruimte. Veel mensen verkiezen een tafel voor zich,
omdat dit hen steun geeft. Je kunt tenslotte je handen ergens laten; je kunt iets vastpakken als
ze gaan trillen. Vrije ruimte daarentegen duidt op openheid (eerlijkheid), dat is al een voordeel.
Verder kun je in een vrije ruimte beter gebruik maken van gebaren en kun je makkelijker van
plaats veranderen (zonder te ijsberen). Dit houdt de voordracht levendiger.
En bij een lezing dan? Daarbij heb je toch iets nodig om je papieren op te leggen? Ja, dat is
zo, maar niets is saaier dan een voordracht waarbij de spreker gedurende lange tijd iets
opleest, waarbij hij alleen zo af en toe eens over zijn bril blikt om te zien of zijn gehoor nog
luistert. Soms kan het niet anders, maar als het niet nodig is, laat dan de papieren achterwege.
Schrijf je spiekblaadje van te voren op een flip-over. Dat iedereen kan meelezen op je
'spiekblaadje', helpt hen bij de concentratie op het onderwerp.
Ondersteunende gebaren
Het is goed om tijdens je betoog veel gebruik te maken van ondersteunende gebaren. Let er
wel op welke gebaren je maakt. Het is bijvoorbeeld erg goed om je zinnen te ondersteunen
met naar voren gerichte open handpalmen. Dit geeft eerlijkheid en oprechtheid weer. Een in
de richting van het publiek prikkende wijsvinger daarentegen wordt vaak gevoeld als een
beschuldiging (het beschuldigende vingertje). Er zijn heel veel gebaren, en deze hebben
meestal alleen betekenis in bepaalde combinaties en binnen een bepaalde context. Om nu
precies te weten welke gebaren je nu wel of niet moet gebruiken, is het goed om eens tijdens
de voordracht van een ander bewust naar zijn gebaren te kijken. Let er eens op hoe je je zelf
voelt wanneer hij bepaalde gebaren maakt. Je eigen gevoel is een goede graadmeter. We zijn
echter vaak beter in staat om betekenis te geven aan de houdingen en gebaren van anderen,
dan aan die van onszelf. Als we ons hier meer bewust van worden, kunnen we dit veranderen.
Gebaren aanpassen aan de afstand
Bij het toespreken van een grote groep moeten je gebaren en bewegingen worden aangepast
aan de grotere afstand. Je gebaren moeten nu groter en krachtiger worden gemaakt. Het
maken van kleine handbewegingen moet je hier zien als fluisteren. Mensen die verder van je
verwijderd zijn, kunnen ze niet goed waarnemen. Houd er rekening mee dat ook het effect
van je mimiek wegvalt. Je zult dus meer ondersteunende armbewegingen moeten maken. Wil
je boosheid in je zin leggen, maak dan een gebaar met een gebalde vuist. Je verbaasde gezicht
kun je bekrachtigen met twee uitgespreide handen. Het is even wennen om zoveel gebaren te
maken tijdens het toespreken van een groep. Het voelt wat onecht. Je kunt echter bij een grote
groep nauwelijks te veel gebaren maken.
Intonatie
Je stem is ook een belangrijk non-verbaal hulpmiddel tijdens de voordracht. Je kunt er niet
alleen de woorden mee uitspreken, maar met behulp van intonatie kun je accent en levendigheid
in je verhaal brengen. Zorg bij het toespreken van een grote groep voor een microfoon. Dit
bevordert niet alleen de verstaanbaarheid, maar geeft je ook de mogelijkheid om optimaal
gebruik te maken van je intonatie. Zonder microfoon klinken de zinnen die met groot volume
worden uitgesproken allemaal gelijk. Het is juist de afwisseling van volume en toonhoogte die
de toespraak levendig houdt. Je kunt er iets mee accentueren of mee afzwakken.
Met een microfoon kun je zelfs fluisteren over grote afstand en dit kan soms heel nuttig zijn
in het spel om de menigte te bereiken en om de aandacht vast te houden.
Oogcontact.
Tijdens een gesprek met iemand is oogcontact erg belangrijk. Het patroon van aankijken en
wegkijken regelt onder andere het verloop van het gesprek. Bij spreken in het openbaar is het
eigenlijk niet veel anders, alleen richt je je tot een grotere groep. Door oogcontact te maken
met de toehoorders, kun je een indruk krijgen van hoe je over komt. Oogcontact maken met
iemand die actief luistert, een persoon die wat naar voren leunt en af en toe instemmend
knikt, stimuleert je om verder te spreken. Het is goed om regelmatig je blik te verplaatsen
naar een andere persoon, bij voorkeur iemand die aan een andere kant van de groep zit.
Als iemand een vraag stelt, richt je doorgaans eerst je blik op de vraagsteller, terwijl je begint
met antwoorden. Vervolgens richt je je blik naar anderen en je beëindigt je antwoord
weer met een blik naar de vraagsteller.
Vanaf een afstand van zo'n acht meter is oogcontact niet meer echt goed mogelijk. Richt je
daarom bij je interactie vooral op de voorste rijen. Werp wel af en toe een blik naar boven
(achteren) om ook de achterste mensen te betrekken. Op grote afstand weten de mensen niet
precies meer naar wie je kijkt. Als je echter hun richting opkijkt, voelt iedereen zich
aangesproken.
Houding en bewegingen
Tijdens het houden van een toespraak zijn de houding die je aanneemt en de bewegingen die
je maakt, erg belangrijk. Veel mensen die een voordracht moeten houden, vragen zich vooral
af waar ze hun handen moeten laten. Aan hun handen is het eerst hun gespannenheid te zien
en daarom worden de handen eerder als een last ervaren dan als een handig hulpmiddel.
Wat doet de spreker met zijn handen?
Het veel en onrustig bewegen van de handen geeft niet alleen
de gespannenheid van de spreker weer, maar kan de luisteraars afleiden van het verhaal.
Nerveuze gebaren zoals krabben aan je armen of aan je gezicht, draaien aan een ring,
strijken over je haren en friemelen aan je kleding kun je dus maar beter niet maken tijdens
het spreken. Let er ook op wat je met voorwerpen doet die je in je hand houdt. Er zijn mensen
die steeds hun bril op en af zetten, of voortdurend de pootjes van de bril open en dicht
vouwen. Dit soort bewegingen kunnen de luisteraars erg afleiden. Ook het klikken met het
knopje van een pen of het voortdurend lostrekken en terugplaatsen van een viltstiftdopje kun
je maar beter laten.
Statische houdingen
Veel sprekers in het openbaar vrezen de zenuwachtige bewegingen, die onze handen
spontaan lijken te maken. Om handen beter onder controle te houden, zijn we daarom eerder
geneigd om ze onbeweeglijk te fixeren. Om de handen stil te kunnen houden, zoeken we
steun. Als onze handen geen tafel of ander voorwerp vinden waaraan ze zich kunnen vasthouden, zoeken ze elkaar. Hierdoor ontstaan de statische, vaak gesloten houdingen die we soms
bij sprekers zien. De houding die je aanneemt geeft de luisteraars een indruk van hoe je zelf in
het verhaal staat. Hier volgen enkele voorbeelden van de houdingen die we aannemen tijdens
een voordracht.
De armen over elkaar
Gekruiste ledematen duiden in de meeste situaties op geslotenheid. Zo ook het over elkaar
slaan van de armen tijdens een toespraak. Luisteraars die automatisch deze houding spiegelen
zullen hierdoor ook minder open staan voor het verhaal.
Handen in de zak
Sprekers die hun handen in hun broekzak houden tijdens hun toespraak kunnen hierdoor
nonchalant, ongeïnteresseerd, onverschillig, slordig of dominant over komen. Dit
betekent
niet dat de spreker dat ook is, maar het geeft wel aan hoe deze houding door anderen wordt
ervaren. Vrouwen hebben het voordeel dat ze meestal niet in het bezit zijn van wijde broekzakken
en komen dus niet zo snel in de verleiding om deze houding aan te nemen. Overigens
is dit ook geen houding die veel door vrouwen wordt aangenomen. Een enkele hand in een
zak, bijvoorbeeld van het kolbert, is wel acceptabel wanneer de andere hand actief wordt
gebruikt voor het maken van ondersteunende gebaren.
De handen op de heupen
Vooral als de spreker daarbij wat naar voren leunt, kan de houding met beide handen
op de heupen uitdagend, eigenwijs of zelfs agressief over komen. Het geeft een indruk van:
'ik weet het wel!'. Het publiek zal zich hierdoor eerder in de verdediging opstellen.
Het is dan ook lastig om iemand vanuit deze houding te overtuigen of beïnvloeden.
Je kunt deze houding wel gebruiken om een bepaald deel uit het verhaal te benadrukken.
In dat geval zal deze houding kortdurend moeten worden aangenomen. Evenals bij de handen
in de zak, is een enkele hand op de heup wel acceptabel omdat de andere hand vrij is om iets
aan te duiden of te accentueren. De asymmetrische houding die dan ontstaat, duidt op
ontspanning. Een hand op de heup of in de zak heeft dus een heel ander effect dan beide
handen. Het is ook goed om de houdingen tijdens de presentatie af te wisselen.
'Het vijgeblad'
Veel sprekers, zowel mannen als vrouwen, grijpen hun eigen handen in elkaar en houden die
voor zich, op dezelfde manier en plaats als voetballers hun handen houden als bescherming
tegen een hard aangeschoten bal. Adam en Eva droegen op die plaats een vijgeblad ter bescherming van hun edele delen. Vandaar deze naam die door verschillende schrijvers over
lichaamstaal voor deze houding wordt gebruikt.
Om in de religieuze sfeer te blijven, strengelen sommige mensen hun vingers in elkaar, alsof
ze in gebed zijn. Sprekers die deze houdingen aannemen, komen erg stijf en gereserveerd
over. Deze houdingen nodigen ook weinig uit tot het maken van ondersteunende gebaren.
'Rugdekking'
De handen kunnen elkaar ook op de rug vasthouden. Hierbij kan men ook een erg geremde
indruk maken. Dit 'omgekeerde vijgeblad' kan de spreker ook een soort heersersallure verschaffen,
zeker als hij daarbij zijn kin omhoog steekt.
De handen langs het lichaam
De handen kunnen natuurlijk ook gewoon langs het lichaam worden gehouden. Veel mensen
vrezen dat ze er als een houten klaas uitzien als ze hun handen langs hun lichaam houden, en
vermijden daarom liever deze houding. Toch is deze houding in de meeste gevallen te verkiezen boven alle andere. Deze houding nodigt het meest uit tot het maken van ondersteunende
handbewegingen en dit maakt de toespraak dynamisch. Het houten-klaas-effect kan ook
worden verminderd door de rest van je houding: het hoofd opgericht en de schouders naar
achteren.
Wat doen je voeten?
Wat je voeten doen tijdens de toespraak lijkt misschien van minder belang te zijn. Als we ons
bewust bezighouden met het controleren van onze houding en bewegingen, worden onze
voeten vaak vergeten. Toch kun je aan de stand en de bewegingen van de voeten soms nog
meer aflezen dan aan het gezicht of aan de rest van het lichaam. De steun die mensen met hun
handen zoeken, om zich stevig te voelen, zouden ze beter met hun voeten kunnen
zoeken. Met je voeten bepaal je namelijk (bijna letterlijk) de stevigheid en stabiliteit van je
voordracht.
Dezelfde mensen die hun handen ineenstrengelen om steun te zoeken, staan soms
maar op een enkele voet terwijl van de andere voet alleen de teenspitsen op de grond rusten.
Of ze staan met de voeten zo dicht bij elkaar, dat dit ook weinig stabiel is. Het kruisen van de
enkels, wat overigens meer door vrouwen wordt gedaan dan door mannen, duidt op onzekerheid en geslotenheid. Het geeft stevigheid als de voeten iets uit elkaar staan en het gewicht
gelijk verdeeld is over beide benen. Iemand die zo staat komt ook overtuigend en zeker van
zichzelf over. Hoewel veel mensen het gewend zijn om regelmatig hun gewicht van het ene
been op het andere plaatsen, om vermoeidheid te voorkomen, hebben mensen met staande
beroepen (zoals kappers) de ervaring, dat gelijke gewichtsverdeling over beide
voeten op de lange duur de minste vermoeidheid geeft. Door deze houding aan te wennen
voorkom je ook het
zenuwachtig overkomende heen en weer wippen. Het naast elkaar plaatsen van de voeten
biedt ook mogelijkheid om even door je knieïn te gaan of op de tenen te staan. Deze
verandering in hoogte tijdens het spreken, beïnvloedt ook de stemmelodie, waardoor
het verhaal veel enthousiaster over komt.
Wanneer je iets uitlegt aan de hand van een flip-over of schrijfbord, is het makkelijk om
een voet dwars achter de ander te zetten. De achterste voet wijst dan in de richting van het
schrijfbord en de voorste voet blijft naar je publiek wijzen. Hierdoor blijf je de aandacht op de
toehoorders richten en word je niet verleid om hen je rug toe te draaien.
Gebruik van visuele hulpmiddelen
Bij de voorbereiding van je toespraak is het ook belangrijk om te kijken naar de
hulpmiddelen die je zult gebruiken. Het is slim om je boodschap via de verschillende
zintuigen van de toehoorders te laten binnenkomen. Probeer tijdens de voordracht zowel iets
te laten zien als te laten horen. Beter nog is het als je ook iets kunt laten voelen, hoewel dat
niet altijd even praktisch is. Onderzoek heeft uitgewezen dat een boodschap het best blijft
hangen als deze via verschillende kanalen binnen komt.
Tijdens een voordracht wordt daarom
vaak gebruik gemaakt van een flip-over, een overhead-projector, een presentatie-programma
of dia's. Als de groep niet te groot is, heeft een flip-over de voorkeur. Allereerst biedt een
flip-over een uitstekend geldige reden om de groep staande toe te spreken. Verder biedt het,
daarbij horende, vasthouden van een viltstift een nuttige verlenging van de hand. Als je
namelijk met je wijsvinger iemand uit het publiek aanwijst, terwijl je in je toespraak terugverwijst naar iets dat deze persoon zojuist gevraagd heeft, kan dit als verwijtend overkomen. Als
kind is ons al geleerd dat wijzen naar andere mensen niet zo netjes is, en blijkbaar zit dit
ingebakken. In dezelfde situatie wijzen met een viltstift heeft een heel ander, niet negatief
effect. Met de viltstift kun je ook op de flip-over iets aanwijzen of onderstrepen.
Andere voordelen van de flip-over
Het gebruik van de flip-over maakt je ook bewegelijk op een goede manier. Je plaats naast de
flip-over vormt dan je basis. Van daaruit kun je op je publiek toelopen, bijvoorbeeld om een
vraag aan te horen en weer terug te keren. Het effect dat je met deze beweging teweegbrengt is
te vergelijken met het inzoemen van een camera. Dit komt heel anders over dan het onrustige
effect van een spreker die voortdurend heen en weer loopt (te ijsberen).
Bij het gebruik van een schrijfbord of flip-over is het belangrijk om te kijken waar en hoe je
staat ten opzichte van het bord. Je moet voorkomen dat je met je rug naar de toehoorders komt
te staan. Zoals eerder genoemd kan je voetpositie hierbij behulpzaam zijn. Als je
een voet dwars achter de ander te zet waarbij de achterste voet in de richting van het
schrijfbord wijst en de voorste voet naar je publiek is de verleiding om hen de rug toe te
draaien klein. Maak ook een goede keuze aan welke kant van het bord je gaat staan. Als je
rechtshandig bent, is het goed om ook aan de (voor de kijkers) rechter kant van het bord te
gaan staan. Als je dan iets schrijft of aanwijst met je rechter hand, hoef je dit niet voorlangs te
doen en blijf je vanzelf met je gezicht richting publiek. Het helpt om af en toe met de hand
waar je niet mee wijst een ondersteunend gebaar te maken. De wijzende hand is dan schuin
omhoog gericht en de andere hand is open, schuin naar beneden in de richting van het publiek.
Je hebt dan een hand die iets aanduidt en een hand die iets uitlegt.
Let op non-verbale feedback!
Behalve aandacht te besteden aan je eigen lichaamstaal tijdens de voordracht, is het belangrijk
te letten op de lichaamstaal van je toehoorders. Aan de manier waarop ze zitten, kijken en
bewegen, kun je een indruk krijgen van hoe jouw verhaal bij hen over komt. Zit het publiek
onderuit of op het puntje van de stoel? Hebben ze een open houding of zitten ze stijf met hun
armen over elkaar? Een belangrijke graadmeter is ook of hun houding verandert gedurende
jouw presentatie. Zitten ze stil of maken ze rusteloze bewegingen? Waar is hun blik op
gericht? Op jou, op de vloer of op de binnenkant van hun oogleden?
Bewustzijn van de
lichaamstaal van je publiek geeft je de mogelijkheid om je presentatie te sturen. Zo kun je
bijvoorbeeld door wisseling in stemvolume of door het maken van een humoristische opmerking over hun houding de induttende mensen er weer bij halen.
Wanneer je een actieve deelname van mensen verwacht is het ook belangrijk op de lichaamstaal
van de toehoorders te letten omdat dit je de mogelijkheid geeft om de interacties te sturen.
Zo kun je bijvoorbeeld zien wie er op het punt staat om te reageren en daar direct op inspelen.
Iemand die wat wil zeggen, richt zich wat naar voren en strekt zijn rug. Ook haalt hij diep
adem alvorens hij wat zegt. Voordat hij wat heeft uitgebracht kun je op hem reageren. Bijvoorbeeld door hem even te stoppen met een voorwaarts gestrekte hand (met handpalm naar
beneden) als je zelf nog wilt uitspreken, of door hem uit te nodigen met geopende handpalm.
tekst: Frank van Marwijk.
© Bodycom Lichaamscommunicatie
Veel mensen hebben angst voor 'spreken in het openbaar'. Deze angst neemt soms zelfs extreme vormen aan. Mensen die er geen problemen mee hebben om contacten met anderen te leggen, blijken soms peentjes te zweten zodra ze voor een groep moeten staan. Bruskin Associates deed in 1973 onderzoek naar de grootste angsten onder Amerikanen en stelde hiervan een top 10 samen. In deze top 10 scoorde de vrees om een groep toe te spreken zelfs hoger dan angst voor de dood. Ben je ook zo bang voor spreken in het openbaar? Dat hoeft niet meer! Gebruik deze vriendelijke gids om plankenkoorts te overwinnen en een band met je publiek op te bouwen. Van onderzoek doen naar je onderwerp tot het in elkaar zetten van een geweldige voordracht. Met de handige tips uit dit boek uit de bekende serie 'Voor Dummies' houd je een meesterlijke presentatie.
|
Spreken in het openbaar Voor Dummies
Malcolm Kushner
Pearson Education
2004
ISBN: 9789043010061
|
Een toast uitbrengen op de jubilaris, een toespraak tijdens een feestelijke opening van de zaak: de een vindt het heerlijk, de ander krijgt al klamme handen bij het idee alleen. Dit handboek biedt uitkomst. Het boek gaat in op de kunst van het spreken in het openbaar en op de feitelijke opbouw en inhoud van een toedracht voor uiteenlopende gelegenheden. Je treft er bruikbare aanwijzingen, tips en valkuilen. Daarnaast vind je een groot aantal voorbeeldtoespraken voor allerlei bijeenkomsten en een hoofdstukje over smalltalk. Iedereen kan leren spreken in het openbaar.
- stap voor stap een goede spreker
- van een eerste idee naar een eindpunt: voorbereiding, planning en uitvoering
- praktische tips voor een geslaagde rede: verzamelen van ideeën, opbouw, formulering, voordracht en lichaamstaal
- met talrijke voorbeeldspeeches: in de privé-sfeer, het zakenleven, voor de vereniging of club
- bijlagen met quotes om allerlei speeches mee te beginnen.
|
Handboek Spreken in het openbaar
Thomas Wieke
Rebo Productions
2005
ISBN: 9789036616546
|
Lichaamstaal bij baby's
Kan een baby praten? Ontdek dit en nog veel meer in het succesvolle boek Lichaamstaal bij baby's van Frank van Marwijk. In dit boek staat de communicatie tussen ouder en baby centraal. Het boek biedt boeiende informatie aan ouders met baby's en aan iedereen die beroepsmatig met baby's te maken heeft. Ook leuk als kraamcadeautje.
Meer informatie
Hoofdstukindeling
Online bestellen
Informatie
Indien u belangstelling heeft voor een presentatie over lichaamstaal binnen uw bedrijf of
vereniging dan geven wij hierover graag meer informatie.
|
Boeken op onderwerp:
spreken in het openbaar
presentatie
speechen
toespraak
uitstraling
charisma
succes
lichaamstaal
relativeren
mensenkennis
psychologie
|